Ze hebben mij een naam gegeven.
Ik heet Stil Verdriet.
Onzichtbaar voor een ander
leid ik mijn eigen leven.
Ze hebben maskers voor gedaan
en verstoppen mij.
Zo lijkt het voor de anderen
dat alles goed blijft gaan.
Waarom moet ik blij zijn,
terwijl ik heel hard huil?
Waarom mag ik niet schreeuwen
en houd je mij zo klein?
Maar als het om je heen verstilt,
voel jij de chaos in je hoofd.
Stil Verdriet laat zich dan horen,
totdat je eindelijk luisteren wilt.
Neem mij maar bij de hand.
Toon mij maar aan de wereld.
en terwijl de tranen vloeien,
gooi jij je maskers aan de kant.
Eindelijk kan ik mijzelf zijn,
Stil Verdriet mag zichtbaar worden.
Samen huilen, samen lachen.
De storm gaat liggen, het leven wordt fijn.